24. De mens: ziel en zin van deze wereld

De materiële wereld van bestaan is een oneindig, in zichzelf draaiend systeem. In de eerste van deze hoofdstukken hebben we gezien dat alle verschijnselen en processen in die materiële wereld – van alle vormen en dingen – volledig worden bepaald en gestuurd door de natuurlijke ‘oorzaak en gevolg’ wetten van de materie (elementen).
Er is daarom geen enkele vorm van vrijheid in deze – materiële – wereld, nergens!
Nee, overal – vanaf onze planeet Aarde tot en met de verste, verre sterrenstelsels – functioneren dezelfde elementen en dezelfde vaste natuurwetten, en alle eigenschappen zijn wetmatig en constant. Gelukkig maar, want er zou anders geen enkele orde, geen vorm, noch enig leven kunnen zijn. Stel je voor dat de eigenschappen van materiële dingen niet betrouwbaar en voorspelbaar zouden zijn. Het bestaan zou niet bestaan!

En hoewel die wereld in zijn fysieke afmetingen en aantal vormen en verschijnselen letterlijk oneindig is, is diezelfde wereld in haar opbouw en functioneren dus beperkt en ingekaderd. Want in deze prachtige natuur-wereld waarin wij rondlopen, vinden we geen vrijheid, geen keuzemogelijkheid, geen creativiteit, geen ‘plezier’, nee: het is in feite allemaal nog al onpersoonlijke en onvrij. We zien dat door de wetten van oorzaak en gevolg, waarbinnen de elementen alsmaar hun kringlopen draaien, de vormen ontstaan en altijd weer vergaan- op een tijdschaal van fracties van een seconde tot miljarden jaren. En onderweg ontstaan dan allerlei processen en verschijnselen (inclusief het leven, hebben we gezien!).
Maar op die manier gezien heeft deze materiële wereld wel iets weg van een gevangenis, waarvan de verschillende ‘inwoners’ – die goed beschouwd allemaal samenstellingen van elementen zijn – niets anders kunnen dan onbewust en onvrijwillig, nauwkeurig de geldende natuurwetten volgen.

Misschien vindt u deze beschrijving ietwat overdreven somber? Wel, laten we nog eens om ons heen zien. Dan blijkt:
zelfs de zon in al haar majestueuze pracht kan geen millimeter van haar baan afwijken! En er is geen ster in het heelal die het fijn vindt dat hij licht geeft. Er is geen regenwolk in onze atmosfeer die zijn water afgeeft met de bedoeling de Aarde en haar bewoners te hèlpen.
Er is geen roos die weet heeft, laat staan geniet van haar eigen zoete geur. Geen boom die met enig plezier zo hoog groeit. Er is geen vis die weet dat hij in het water leeft en daarvan geniet. De trekvogels vragen zich niet af waarom ze eigenlijk elk jaar weer duizenden kilometers heen en weer vliegen. Geen paard, hond of kat weet dat het morgenochtend weer licht wordt, en geniet van dat vooruitzicht. En ook ons eigen lichaam laat geen nagels en haren groeien om ons een plezier te doen. En onze nieren zijn niet trots op hun prachtige taak om ons bloed te zuiveren.
U begrijpt nu wat ik bedoel, met een onpersoonlijke, onvrije en in feite onverschillige wereld.
Ai! Kan wel waar zijn….toch wringt dat. Dat voelt niet goed, toch?

Nou, het is misschien zelfs nog erger: want al dat ‘gedoe’ is goed beschouwd alleen maar een elementen-systeem dat hier en daar tijdelijk van vorm verandert. Want kijk: alles wat beweegt, wat groeit en bloeit, en alle processen in de grond, in de natuur, in de atmosfeer, in ons zonnestelsel, melkweg, sterrennevels, zwarte gaten, supernova’s, het hele heelal, ALLES is uiteindelijk zonder resultaat, en dus zonder zin.
Tijdelijke bouwsels en de interacties daarvan, meer is er niet, goed beschouwd. En alles wat is samengesteld zal ooit weer uiteenvallen, zonder resultaat. Ja, zelfs de bouwstenen, de basis-elementen zelf zijn niet eeuwigbestaand, want er is ooit………..
ja, ja, hou nou maar op, nou weten we het wel!

Hoe kan dit fantastische Systeem met zó’n overweldigende veelzijdigheid, grandeur en schoonheid, nu in deze beschrijving ineenkrimpen tot een wezenloze en zinloze bouwdoos van elementen?
Er moet toch in deze beschrijving wel iets héél belangrijks over het hoofd zijn gezien?
Want het is net alsof alle schoonheid en waarde uit de wereld is weggelaten. Maar toch zijn alle materiële dingen en eigenschappen hierboven wel degelijk meegenomen, er is niets vergeten: de sterren, de stenen, de planten, de dieren, ons lichaam, de natuur…?

Ja, toch wel! Er is inderdaad iets vergeten:
Wat we missen in deze beschrijving is: onszelf, de mens! Niet als bewegende gedaante van stof, niet als lichaam, niet als elementen-bouwpakket, maar wat de mens werkelijk IS: een geestelijk wezen, een ziel.
Want als de mens wordt weggelaten, is ook alle schoonheid en zin uit de wereld weg.

Nee, niet omdat wij mensen alle natuurlijke schoonheid veróórzaken, maar simpelweg omdat er zonder mensen niets meer is om die schoonheid waar te nemen!
Want IS die schoonheid er dan nog wel? Als de mensen weg zijn, dan maken de populieren in de wind nog steeds hetzelfde geluid, maar ruisen ze ook? Een roos zal er precies zo uitzien zonder mensen, maar is ‘ie dan nog mooi? Ruikt ‘ie nog dan wel lekker? De zon gaat nog steeds aan het strand precies zo onder, maar wie ziet het?

Ja, alleen wij mensen hebben dat bewuste vermogen om de schoonheid en alle andere eigenschappen van de wereld te herkennen en te waarderen. Een veilige conclusie is dan:
wij mensen zijn dus de ogen en het hart van de wereld!

En daarmee: wat is alles om ons heen – dat opgebouwd is uit klei en water – waard, vergeleken met een vriendelijke medemens met een warm, bezield hart? Wat is de Himalaya of de Grand Canyon waard vergeleken met een pasgeboren mensenbaby? Moeten wij onszelf niet wat meer beschouwen als een mijn vol edelstenen van onschatbare waarde, omdat wij MENSEN zijn? Wat kan ons eigenlijk in ‘waarde’ evenaren?

En dit ook: wáár zitten in de wereld begrippen als: bewuste keuzes, van vriendschap, liefde, van goed en verkeerd? In de materiële elementenwereld van de natuur zitten die niet. In de planten zitten die niet. In de dieren zitten die niet (alleen bij Walt Disney): een koe ziet en eet gras, verder niets – een haai eet een zeeleeuw op, òf een surfer, en dat maakt hem dan niks uit: hij ziet een bewegende vorm, en…háp.
Nee, stenen, planten en dieren hebben geen zedelijk besef, geen verantwoordelijkheid of een wetboek van strafrecht!
Alleen mensen hebben een innerlijk oordeel en een gevoelsleven. En rechtvaardigheid, saamhorigheidsgevoel, geduld, verdraagzaamheid, liefde, vreugde, idealen, enz.
Zonder de mens bestonden die zaken niet in deze wereld.
Het zijn dus deze unieke geestelijke eigenschappen van de mens – en niets anders – die de wereld van bestaan schoonheid, diepgang, betekenis en zin geven.

En die verworven mens-eigenschappen zijn bovendien de enige blijvende resultaten die vanuit deze materiële wereld ontstaan. Omdat de mens die eigenschappen vervolgens in zijn persoonlijkheid ‘meeneemt’ naar een andere wereld, naar volgend stadium van zijn eeuwigdurende leven.
Alle (!) overige zaken, eigenschappen en gebeurtenissen in de wereld waarin we nu rondlopen, zijn tijdelijk, en verdwijnen spoorloos en restloos in de kringlopen van de elementen.
Anders gezegd: de zin van al het materiële bestaan is het helpen ontwikkelen van die geestelijke eigenschappen van de mens (ziel). Dus:
De wereld, het heelal, is er voor ons: we worden erin geboren, het is ons gereedschap, onze school, onze leerplek.

En daarom kunnen we zeggen:
de mens is de ziel en de zin van de materiële wereld van bestaan

Dat is een hartverwarmend, verheffend beeld, dat de unieke plaats die wij mensen innemen, nog eens extra onderstreept. Ja, dat is een mens!

(En wat anders dan een ziel is in staat zo’n gedachte te produceren en te waarderen?)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*