6. Dierenleven

Hoe ontstaat dierenleven?
Dierenleven ontstaat eveneens doordat elementen zich vermengen en verbinden, maar deze verbinding is vollediger en complexer, waardoor uit de elementen een heel nieuw niveau van extra complexe eigenschappen vrijkomt“.
Ook deze levenskracht wordt doorgegeven via voortplanting. En net als bij het plantenleven geldt: “Als de samengestelde elementen worden gescheiden en ontbonden, zal ook dit dierenleven verdwijnen”. Het is net als met het licht uit een lamp: als de lamp kapot gaat en uiteenvalt, verdwijnt het licht van die lamp en komt nooit meer terug.

Zo kunnen we het tijdelijke dierenleven in beeld brengen:
Schema dier2 paint crop
Wat zijn eigenlijk kenmerkende eigenschappen van dierenleven?
1) Deze hogere trap van leven bezit alle eigenschappen van het minerale rijk, plùs alle eigenschappen van het plantenleven (hoofdstuk 5), plùs als extra, een totaal nieuwe kenmerkende eigenschap: zintuigvermogen.
Dat vermogen omvat het waarnemen van de dingen en gebeurtenissen (zien, horen, ruiken, proeven, voelen), mèt dataverwerkings-systeem (hersenen + zenuwstelsel). Daardoor kunnen dieren actief reageren op hun omgeving en de gebeurtenissen.
2) Dieren hebben ook een heel complexe lichaamsopbouw: spieren, organen, energiehuishouding, ademhaling, bloedsomloop. Zij kunnen zich daardoor bewegen en verplaatsen. Ook het voortplantingssysteem is een stuk ingewikkelder. Dierenleven is daarmee zo veelzijdig en complex dat het praktisch niet te beschrijven valt.
3) Dieren hebben bovendien ‘hogere eigenschappen’: heel complexe ingeboren gedragspatronen, en daarmee een heel eigen functioneren op basis van anatomie, biologie en evolutie.
Dieren kunnen daarmee bijvoorbeeld ook: zoeken naar eten en drinken, ‘nest bouwen’, zich voortplanten en zorgen voor de nakomelingen, thuis raken in de omgeving (territorium). Bij dieren zien we ook onder meer: instinct = aangeboren gedrag, geheugen = onthouden van gebeurtenissen, leervermogen = aanpassen van gedrag (denk aan dresseren), samenwerking met soortgenoten, lid zijn van een groep, ‘leiders en volgers’, rangorde (pik-orde), het recht van de sterkste, vechten om eten en bezit, angst, stelen, vluchten bij gevaar, gewond raken, pijn lijden, doodgaan, enz. enz..
Wat een verscheidenheid in vorm en functioneren is er in die wonderbaarlijke dierenwereld!

En wat is deze levensvorm een volgende, geweldige stap omhoog in eigenschappen en functioneren! Zoals planten ten opzichte van de minerale wereld een veel hoger niveau van bestaan vertegenwoordigen, zo is het dierenleven een volgende, nog verbazingwekkender stap omhoog. In zekere zin zou je bij dierenleven dus wel van een drie-trapsraket kunnen spreken, van resp. minerale, plantaardige en typisch dierlijke eigenschappen en mogelijkheden die op elkaar zijn gestapeld, en als maar complexer worden.
Nou, dat belooft wat als we hierna het hoogste niveau van leven, het leven van mensen gaan onderzoeken!
Daarover meer in de volgende hoofdstukken.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*